8 vooroordelen over testen ontkracht

Vooroordeel 1: testen is niet zo belangrijk

Wat als je besluit om testen achterwege te laten? Deze drie waargebeurde verhalen geven een aardige indicatie van wat er dan kan gebeuren:

Voorbeeld 1: Je laat een extra functionaliteit toevoegen aan je website. De nieuwe functionaliteit werkt op zichzelf prima en het bestelproces van je webshop zit goed in elkaar. En toch kunnen jouw klanten ineens producten bestellen voor € 0,-! Hoewel je wettelijk gezien de koop wel ongedaan kan maken, levert het een hoop gedoe en imagoschade op. Die je had kunnen voorkomen met een functionele test.

Voorbeeld 2: Je controleert niet je HTML-code. Een bedrijf levert software voor meerkeuzetoetsen. Tijdens het examen blijkt dat de examenkandidaten in de HTML-code kunnen zien wat het juiste antwoord is. De examenuitslagen zijn ongeldig, de kandidaten gedupeerd en de imagoschade voor het bedrijf is onherstelbaar. Een regressietest had dit debacle kunnen voorkomen.

Voorbeeld 3: Je website kan niet voldoende schalen. Toen Johan Cruijff overleed bleken verschillende nieuwssites de enorme toestroom van websitebezoekers niet aan te kunnen. Dat kostte hen bezoekers en daarmee gemiste advertentie-inkomsten. Een performance- of loadtest had dit kunnen voorspellen. Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor campagnes van webshops tijdens grote sales als Black Friday.

Vooroordeel 2: testen kan even snel aan het eind van het ontwikkeltraject

Ook wanneer een organisatie het belang van testen wel inziet, wordt de tijd die daarvoor nodig is vaak onderschat. Projectmanagers beramen bijvoorbeeld 95% van de beschikbare tijd voor het ontwikkelen van de software en 5% voor het testen. Maar testen kost meer tijd dan dat. Met als gevolg dat de opleverdatum in gevaar komt. Vaak wordt er toch vastgehouden aan de datum van de livegang, waardoor er eigenlijk te weinig tijd overblijft om goed te testen. Daarom is het beter om het testen op te nemen in het ontwikkelproces. En dat is precies wat wij bij Aviva hebben gedaan.

Vooroordeel 3: je kunt prima zelf testen

Er zijn talloze online testtools, en vaak zijn ze nog gratis ook. Dus waarom zou je dan niet zelf testen? Om te beginnen bieden deze tools meestal zeer oppervlakkige tests. Je kunt ze bovendien pas uitvoeren ná de oplevering. Als je dan nog ergens tegenaan loopt, moet je weer terug het ontwikkelproces in. Dat zorgt voor vertraging, en daarom hebben wij het testen naadloos in ons proces geïntegreerd.

Als wij de functionaliteit en performance van een applicatie testen, dan gebeurt dat door een getrainde en ervaren tester. Zo weet je zeker dat alle belangrijke aspecten en mogelijke scenario’s aan bod komen. Ben je als opdrachtgever dan helemaal niet betrokken bij het testen? Integendeel: aan het eind van het ontwikkeltraject vinden de functionele acceptatietest en de gebruikersacceptatietest plaats. Tijdens deze tests bepalen de opdrachtgever en de toekomstige eindgebruikers of de software voldoet aan hun eisen en wensen.

Vooroordeel 4: als buitenstaander kunnen jullie niet vanuit de eindgebruiker denken

Dit vooroordeel klopt deels, maar we hebben er een oplossing voor: de acceptatiecriteria. Deze criteria stellen we samen met onze opdrachtgever op aan het begin van het ontwikkeltraject. Het draait hierbij allemaal om de vraag: wat is belangrijk voor onze opdrachtgever en voor de uiteindelijke gebruiker? Gezamenlijk stellen we een lijst van criteria op waar de website, webshop of applicatie aan moet voldoen. Zo weten we zeker dat alles straks werkt zoals de gebruikers dit willen.

Vooroordeel 5: je kunt beter een externe partij inschakelen

Onze testers werken mee aan het opstellen van de acceptatiecriteria en krijgen zo een goed beeld van de gebruikerswensen. Daarnaast zijn ze bekend met onze werkwijze en ons testframework, dat we voortdurend verder ontwikkelen voor nog efficiëntere en accuratere tests. Bovendien zitten de testers fysiek tussen de ontwikkelaars. Dat zorgt niet alleen voor korte lijnen, maar maakt het ook eenvoudig om tussentijds te testen. Ten slotte zijn ze zeer betrokken bij het eindresultaat. Een externe partij is dus zeker niet goedkoper of beter, en vaak zelfs duurder en minder efficiënt.

Vooroordeel 6: automatische tests zijn alleen te begrijpen als je IT’er bent

Integendeel! We hebben onze testscenario’s zo opgezet dat ze juist heel inzichtelijk zijn voor niet-techneuten. De testscripts, dat is de software die de tests uitvoert, zelf zijn inderdaad onbegrijpelijk voor leken. Maar het resultaat van de tests is dat zeker niet.

Vooroordeel 7: een tester klikt zomaar wat rond

Ja, dat doen ze óók. Dat is namelijk een van de tests die we doen, maar niet zonder dat er een idee achter zit. Maar nogmaals, het is dus een van meerdere, onderling samenhangende tests.

Vooroordeel 8: een tester zit grotendeels te niksen

Nou, niet bij Aviva. We werken agile en omdat het testen integraal onderdeel is van het ontwikkeltraject, is er altijd wat te testen. De developer ontwikkelt de nieuwe functionaliteit en de tester treft de voorbereidingen voor het specifieke testscenario. Wanneer die functionaliteit gereed is, gaat de developer weer een nieuwe functionaliteit ontwikkelen of bugs fixen. De tester voert ondertussen de testscenario’s uit, met als uitkomst: terug naar de ontwikkelaar voor bugfixing of een afgeronde functionaliteit. De tester is dus voortdurend bezig.

Heb je een (voor)oordeel over testen wat hier niet is genoemd? Of heb je vragen over onze werkwijze? Neem contact op, we horen graag van je. Bel ons op 071-7107474 of stuur een mailtje.